Dat het verdelen van tijd tussen alles wat er moet, en wat we belangrijk vinden, een uitdaging is....dat weten we allemaal. En dan willen we ook nog tijd hebben voor de dingen die niet perse moeten maar die we leuk vinden. Of waar we blij van worden. Gewoon dat dus.
Met regelmaat zit er iemand in mijn spreekkamer te vertellen hoeveel ballen er omhoog gehouden moeten worden, hoeveel energie dat kost, en dat er daarmee niks overblijft voor iets waar men energie van krijgt. Herkenbaar? Voor mij in ieder geval wel. De last wordt steeds zwaarder en op gegeven moment vinden we er niks meer aan. Als ik in zo'n fase zit en ik ventileer dit aan mijn moeder is haar advies, telkens weer; "tja, keuzes maken meissie". Heel lief bedoeld, want lief is ze, maar daar heb ik nu niks aan. Ik moet namelijk van alles, daar kies ik niet zelf voor...denk ik. Ik schiet in de verdediging in plaats van mijn activiteiten en taken kritisch onder de loep te nemen. Ik zal je de opsomming van mijn lijstje besparen want het lijkt wel alsof ik hiermee een ander de ogen wil uitsteken. Zo van "kijk eens wat ik allemaal doe". Na steeds weer terugvallen en weer opkrabbelen heb ik veel over mezelf geleerd. En heb ik een manier gevonden om er, EN naar te kijken, EN om er wat mee te doen. In mijn spreekkamer laat ik mensen soms kennis maken met mijn eigen methode. Want ik ben dan ook wel weer zo blij met mijn methode dat anderen daar van mogen profiteren natuurlijk. Het allerleukste onderdeel van dit proces is het gesprek over "waar ga je op aan". Dat is namelijk niet een aan/uitknop zoals op apparaten, dat is een knop die wordt ingedrukt en van waaruit je als vanzelf in beweging komt. Als de knop ingedrukt wordt gaan je ballen als vanzelf een andere plek zoeken. Het hele speelveld gaat schuiven en voordat je er erg in hebt ziet het er anders uit. En ervaar je het ook anders. Vandaag had ik weer zo'n moment. Terwijl ik net voor mezelf had besloten dat ik genoeg ballen in het veld had ging ik wel, zoals beloofd, koffie drinken met iemand. Die iemand en ik zoeken elkaar af en toe op. Beide zijn wij moeder van een bijzonder kind. Onze kinderen sluiten ondanks hun grote verschillen juist naadloos op elkaar aan, en we zitten allebei nog in hetzelfde werkveld ook. Dus in plaats van op elkaar te letten lagen er zo weer een aantal ballen op tafel waar we toch echt iets mee moesten gaan doen. Ik ben nog scherp en veeg er voor mezelf een paar van tafel. Ik ga er wel op aan maar ga er ook op leeg. Zo goed ken ik mezelf dan ook wel weer. Maar er is er eentje die voorlopig maar eens moet rollen. Eentje die ons allebei dicht aan het hart ligt. Waar we een gedeelde visie over hebben. Beide streven we naar een inclusieve samenleving. Een samenleving waar niemand buiten gesloten wordt, waar een ieder net zoveel kansen verdient en moet krijgen, waar we van elkaar leren en elkaars talenten benutten, etc. De rest van de middag appen we heen en weer en er is al van alles in gang gezet.
Aan tafel vertel ik manlief over mijn dag. Er was verdrietig nieuws maar ik heb ook leuk nieuws en vertel over onze bal. Terwijl hij zijn vork naar zijn mond brengt valt deze even stil. Ik voel het al aankomen. "En dat ga je dan ook nog doen?" Ik hoor mezelf zeggen dat ik vooral meedenk en de kar niet ga trekken. Ik kan best wel wat doen hoor. En dat is het ook. Ik ga aan en kan iets doen. Iets waar ik in geloof en waar ik me als vanzelf voor in ga zetten. Ik beloof mezelf, en hierbij zet ik het ook zwart op wit, dat ik mijn rol klein hou. Echt! Maar sluit me niet uit. Want ik ga er goed op.
En als ik mijn ballen dan weer eens goed onder de loep neem dan weet ik dat het voor mij nu wel goed zit. Ik heb echt leuke ballen hoog te houden. Oke, er zijn er een paar minder maar daar verzin ik dan wel oplossingen voor.
Nu even een boodschappenlijstje doorsturen naar Picnic. Dat doen zij dan maar voor me. Geen tijd en energie gehad vandaag.
Op de radio hoor ik Arie Boomsma zeggen "doelen bereik je alleen als je jezelf dicipline kan opleggen". Hij heeft er blijkbaar een heel boek mee weten te vullen. Wetende dat er een nieuw jaar aankomt en er weer veel mensen sportgerelateerde goede voornemens hebben, zal dit boek vast lekker verkopen.
Oke, ik weet t ook wel. Als je echt iets wilt bereiken is discipline zeker belangrijk, maar kom op zeg; het is echt niet zo dat dit het enige ingrediënt is. Tenminste niet bij mij. Iedere vastloper vraagt weer om zelfonderzoek. Hoe komt het dat dit mij niet lukt? Pas als je dat weet, weet je wat je te doen staat. En, wat is er mis met het bijstellen van je doelen? Heb je dan gefaald?
Ik ben in de gelukkige situatie dat ik voor het eerst in mijn leven een eigen paard heb. En geloof me; daar heb ik vanaf mijn achtste jaar over lopen drammen bij mijn ouders. Toen ik zelfstandig was zat ik nooit in de situatie dit me te kunnen permitteren. Of het nu om tijd of financiën ging. Maar goed, nu is hij er en blij dat ik ben! Als een heus pennymeisje heb ik me in dit avontuur gestort. En plezier had ik. Iedere dag weer. Maar ik wilde ook leren, beter leren rijden, mijn paard verbeteren en natuurlijk dit ook voor een jury laten zien. Mijn ambities kregen vorm en ik trok er een plan op. Ik had een paar doelen gesteld en die ging ik waarmaken ook. De eerste terugval was toen mijn paard een blessure kreeg die een aantal weken ging duren. Niks aan de hand. Ik vond het eerder sneu voor het dier en verzorgde hem met alle liefde. De tweede blessure leverde al wat meer teleurstelling op want we waren net weer zo goed op weg. Toen dat gelukkig ook weer herstelde stond niks ons meer in de weg. Rustig weer opbouwen en we komen er wel weer. Van de zomer gingen we top! Helaas was er door de corona geen jury die dit kon bevestigen maar ik wist het zelf ook wel. Mijn instructeur deed er steeds een schepje bovenop en we kregen dat met trainen onder de knie. Gelukkig konden we na de zomer weer eens de ring in voor een jury. Mijn instructeur was beschikbaar om te helpen met losrijden dus ik was er van overtuigd dat we gingen shinen. De zenuwen speelden die ochtend wel op maar niks aan de hand; dit konden wij. Opgepoetst en opgepimpt losrijden, met hulp. Uhhhh...kom op zeg...waarom wil het niet gaan? Kom op paard; doe eens een beetje mee! Om een lang verhaal kort te maken; Een instructeur die tegen een muur aan het praten was, twee proeven gereden zonder adem te halen, en een jury die niet content was met wat we lieten zien. Kortom; doel was niet behaald. Sterker nog; een illusie armer. Het heeft mij zeker een aantal weken gekost om te ontdekken wat er nu gebeurde. Ook al vertelde mijn instructeur mij dit al snel, het wilde niet landen. Het duurde echt even voordat ik er afstand van kon nemen en op mezelf kon reflecteren. Conclusie; Ik was er zo klaar voor dat ik niks meer deed. Meerijden en hopen dat het goed zou komen. Nou, dat snapt het paard dus even niet. Ik dacht weken lang dat ik er niks meer van kon. Dat ik echt een kneus te paard was. Hoe moet ik hier dan mee omgaan? Meer discipline Arie? Juist niet. Mijn oplossing lag in het nemen van afstand van mijn doelen en weer eens beginnen bij het begin; het hebben van plezier. Want dat was ondertussen ver te zoeken. Mijn doelen hadden mijn motivatie om dit dier aan te schaffen ingehaald. En toen ik dat weer ging doen, plezier maken, toen kwam het goede gevoel weer terug. We werden weer een team. Ik ging weer meedoen in plaats van wachten tot hij het voor mij ging doen. We zijn nog niet waar we waren, maar dat maakt me ook niet uit. Ik ga weer graag en fluitend te paard. En als het even minder gaat, dan gaat het maar even zo. Morgen een nieuwe dag. En ik heb het vermoeden dat we juist daarom "beter" worden. Want we hebben het wel weer leuk met elkaar.
Dus als het straks weer 1 januari is, en je maakt je lijstje met goede voornemens, doe jezelf een plezier en bedenk vooral aan wat het je oplevert en of het de moeite en weg er naartoe waard is. Bijstellen is niet erg. Het vergroot de kans je doel wel te bereiken. Dus...welk doel stel jij jezelf?
Dealen met dilemma's
Doen waar je goed in bent. Dat kost geen energie; dat levert energie op. Ondertussen ben ik daar ook weer achter. En op de hardleerse manier. Na een periode van vakantie en plannen maken, pakte ik vol goede moed de draad weer op. Dat coachen gaat wel goed, meer dan goed. Ik ben trots op mijn cliënten die grote stappen maken. Tijd om mijn praktijk commercieel te gaan uitbouwen. En ja, ik heb daar zelf ideeën over. En ja, ik denk dat ik dat echt wel kan. En ja, ik blijk er dus niet veel van te begrijpen; dat ondernemen. Mijn strategische plan liep vast want ik wist al snel niet meer wat mij te doen stond. Tijd om hulp in te schakelen. Al bij de eerste sessie van een zorgvuldig geselecteerde businesscoach lag ik helemaal in een deuk om mezelf. Iedere denkfout had ik gemaakt. Iedere stap had ik, of niet in de juiste volgorde, of überhaupt niet gezet. Nu wist ik in ieder geval wat me te doen stond. Maar ja, dan de uitvoering.
De eerste paar stappen lukte nog wel. Ik ben wel creatief en kan buiten kaders denken. Maar ik had een echte vastloper als het over marketing gaat. Laat ik mij beperken tot het hoofdstuk uit het handboek voor de ondernemer; Social Media, Instagram in dit geval. Ik had een paar mooie posts gemaakt waar ik echt trots op was. Canva werd een vriend. Tot zoonlief en schoondochter aan de eettafel aanschoven... "Mooie foto op Insta" was de openingszin. En daarna kwam er een bijscholing over feeds, followers, statistieken en nog meer. De scholing eindigde met een rake opmerking: "je kan dit ook uitbesteden hoor".
En die was wel even raak. Want ik wil het echt wel begrijpen en doe mijn stinkende best. Ik kan niet anders dan de conclusie trekken dat ik niet denk zoals zij denken. "Post iedere dag iets, op een tijd dat jouw doelgroep online is". Ja ja. Los van de beschikbare tijd (dan maak je 1 keer in de maand toch alles voor die maand) en input (dan kijk je toch wat andere coachpraktijken doen) gaat het me nog om iets anders. Ik denk namelijk dat mensen mijn gepost zat gaan worden. Dat zij denken "heb je haar weer". En hier zit mijn dilemma. Ik denk voor een ander. Daar kwam ik de volgende dag pas achter. In een coachgesprek maak ik een cliënt duidelijk dat hij steeds voor een ander denkt, maar niet voor zichzelf. En pas als hij mij vraagt of ik dat ook doe realiseer ik me dat ik dat in dit geval dus doe. En het levert me een dilemma op. Ik wil wel maar durf het niet goed. Uit angst. Want ze zullen me toch eens zat worden.
Als ik naar huis rij en dit uitdenk weet ik dat ik de kern te pakken heb. Dilemma's zijn er. In jezelf of opgelegd door jezelf. Maar hoe deal ik daar zelf mee? Ik ga het uit de weg want ik weet het antwoord niet. En dat betekent dus dat als ik daaraan toegeef dat er niks gebeurd. Maar dat was geen onderdeel van mijn strategische plan, niks doen. Jammer Slingerland. Schop onder je hol en doorrrrrrr. Thuisgekomen pak ik de draad weer op en ga verder met mijn posts op Insta. Nog geen half uur later krijg ik een appje van een kennis. Of ik bewust een Instachat had gestuurd. Huh? Chatten op Insta? Kan dat ook? Na een klein onderzoekje kom ik er achter dat mijn post naar ieder contact is gestuurd. Persoonlijk. Geen idee hoe dat moet maar blijkbaar heb ik het gedaan. Best knap. Weer een uur later spreek ik een bekende die me met hetzelfde confronteert en opmerkt dat hij het een leuke actie vond. Ik durf al bijna niet meer te zeggen dat het een foutje was.... Het gesprek wat daarna volgt was inhoudelijk. Over wat ik nu doe in mijn praktijk en waarom. Kijk, en daar is het mij eigenlijk om te doen; ik wil in gesprek komen en zijn met mensen. Want het vertellen doe ik graag; alleen dat hele digitale gedoe... dat is en wordt niet mijn ding.
Nog een marketingstudent die een stageplek zoekt? Stuur me dan een PBtje want ik kan je een hele leuke stageplek bieden. Ook een tip van zoonlief en schoondochter. Nooit te oud om te leren dus.
Dat we geen idee hebben wat dit nu voor ons en iedereen betekent is de enige zekerheid die er is. En dat is bar weinig zekerheid.
Dat het voor een coach prima is om vanuit huis te werken is niet nieuw. Geschreven tekst gaat via de mail, gesproken tekst gaat telefonisch en als we echt even in contact willen zijn is daar het beeldbellen. Voor mij toch ook nog onwennig, voor veel van mijn clienten ook. Als ik hen de keuze laat kiezen de meest voor het telefoontje. Maar als we kiezen voor beeldbellen zijn we na een paar minuten al niet meer onwennig en verloopt het contact juist erg soepel. Ik krijg een appje van een cliente die er vanuit gaat dat ze mij vandaag niet ziet en dat ze dat wel jammer vindt; ze had er naar uit gekeken en had behoefte aan een gesprek. Ik besluit ongevraagd te beeldbellen en er verschijnt een zeer verbaasd gezicht in beeld. "Wat fijn jou te zien!' En dat is geheel wederzijds. Zij zakt op de bank en begint haar verhaal. We kunnen zeer constructief te werk en hebben veel gedaan in dat klein uurtje contact. Mijn dochterlief komt een keertje in beeld om haar zelf aangebrachte make-up te laten zien. Het wordt gewaardeerd. "Wat leuk jouw meisje eens te zien!"
Ze kletsen wat en zwaaien elkaar gedag. Wij sluiten ook af. "Bel je me volgende week weer?
Met beeld?" Ja natuurlijk doe ik dat! Want ook ik merk dat ik het prettig vind mensen te zien.
Het sociale dier in mij vind het eigenlijk maar niks. Thuiszitten. Niet op pad. Maar als we beeldbellen vergeten we dat even, dan lijkt het alsof het even normaal is. Want normaal is het niet. Verre van dat. Gelukkig ben ik door deze vorm van contact weer gemotiveerder dan het begin van de week.
Ook al zien we elkaar niet, we zien elkaar wel. Aandacht hebben voor elkaar hoeft niet live.
Wat me er nu aan doet herinneren een kaartje te posten voor een jarig meisje. Haar verjaardag kan ze niet vieren. maar aandacht kan ze wel ontvangen.
Keuzes
Ik kan het me nog erg goed herinneren. Om een keuze te maken wat ik wilde worden als ik later groot zou zijn, werden er 10 minuten vrijgemaakt in het kantoortje van de decaan. En er moest ter plekke een keuze gemaakt worden welke vervolgopleiding het werd. Want de 10 minuten waren om...Niet te doen, denk je nu.
Met alle informatie die beschikbaar is, de grote diversiteit aan opleidingen, is het er eigenlijk ook niet makkelijker op geworden: Keuzestress.
Deze week mocht ik meedoen aan een beroepenbeurs voor leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Zo'n 900 kinderen van gemiddeld 15 jaar konden in gesprek met beroepsbeoefenaars en bedrijven uit de regio. Als ik deze kids binnen zie komen is het eerste wat ik denk "ah, nee toch, moeten zij het nu al weten? Ze zijn nog zo jong!" Maar, ze hebben me verrast. Blij verrast!
Er zijn namelijk best veel kids die wel een idee hebben over wat ze leuk vinden. Misschien weten ze het niet precies, maar ik heb er best wat gesproken die zeiden: "Ik wil iets met psychologie doen. U doet toch ook zoiets?" Of "ik wil graag mensen helpen". Laat ik voorop stellen; de kinderen die dat zeiden heb ik natuurlijk meteen een plekje gegeven op de doe-dag die volgt op deze beurs. En nog een aantal kids waarvan ik vermoed dat ze worstelen met wat isseus (maar dat zeker niet gaan zeggen natuurlijk). Over de inhoud van de doe-dag moet ik nog wat gedachten laten gaan. Niet alleen logistiek (want er passen echt geen drie groepen van 8 in mijn kleine praktijkruimte). Ook op inhoud is het nog zoeken. Wat ik wel weet is dat ik deze kids wil meegeven dat je ook zonder universitaire studie iets "psychologisch"kan doen en "mensen kan helpen". Ik ga met hen op zoek naar hun eigen talenten en wil ze krachtiger naar buiten hebben dan ze binnen kwamen. Een aardigheidje van mij.
In de hoop dat ze nog eens aan doe-dag terugdenken.